dinsdag 30 april 2019

Familien

Eén van de leuke dingen van het Deens is dat je precies aan kunt geven over welk familielid je het hebt. Zo heten je grootouders farmor en farfar als ze de ouders van je vader zijn, en die van je moeder heten mormor en morfar. Wij moeten het doen met bijnamen. Opa Baard en Oma Kruk bijvoorbeeld 😉. 

Bij Deense les, ik volg het nu vanaf een afstandje, leerden we dat dat ook geldt voor andere familieleden. Zo heten kleine neefjes en nichtjes 'nevø og niece', maar die van je eigen generatie 'fætter og kusine'. En ook bij tantes en ooms kun je horen of ze van moeders of vaders kant zijn. Handig toch?

Afgelopen week was mijn oudste zus met haar lief op bezoek. Een eerste kennismaking met Denemarken. En dat beviel goed. Ze hadden dan ook een prachtige slaapplek gevonden in Kolding.

Dingen die ik al weer gewoon begin te vinden komen zo weer even in de aandacht. Zoals hoe rustig en vriendelijk Denen zijn. En hoe raar die taal eigenlijk klinkt. Ik op mijn beurt keek als een echte Nederlander in het buitenland naar de koning en zijn familie in Amersfoort.

Om de feestvreugde nog completer te maken kookte ik witte asperges (hier niet zo gemakkelijk te krijgen). Ik moet altijd aan mijn vader denken als ik zulke dingen kook. Natuurlijk met een lekker sausje. En dat je dat dan met aandacht op eet. 





Ik ben eigenlijk wel benieuwd of mijn familie nog meer voetstappen in Denemarken heeft liggen. Voor zover we weten komen de voorouders allemaal uit Nederland. Zoals onze betovergrootouders, waarvan een andere zus foto's opgeduikeld had. Daar zijn dan weer geen aparte namen voor in het Deens, geloof ik. Maar dit is mijn 'farmors mormor':


(Nagekomen p.s.: volgens Ole is dit dan mijn 'tip-tip-bedstemor' 😝)

Geen opmerkingen: